Nog even niet
Vanochtend al vroeg naar buiten, met koffie en de krant op het terras.
Is er iets mooiers te bedenken dan die eerste zonnige dagen van het jaar buiten in je tuin? Als alles uitloopt?
Bespaar je de moeite om iets te bedenken. Wat maakt het allemaal uit. Pluk gewoon de dag. Enjoy life.
Je kunt merken dat onze buurt vergrijst. Nee, niet alleen aan de grijze koppies van de buren. Op zo’n ochtend blijk je namelijk niet de enige te zijn die al buiten is. En wat hoor je dan uit aangrenzende tuinen? Opa, oma! Gevolgd door een vraag.
Wij waren in afwachting van twee van onze kleinkinderen. Moeder was druk met een filmfestival gedurende het weekend en de kleintjes zouden een nachtje bij ons slapen.
Om half twaalf stond pa met ze voor de deur. Was allemaal wat later geworden dan hij dacht. Had ’s ochtends een half uurtje -wat heet- met een tweetal andere pa’s wat werkzaamheden in de lagere school van hun kinderen verricht. Doen de ouders in het dorp waar hij woont bij toerbeurt.
Een kopje koffie zou er wel bij hem ingaan. En in z’n stem klonk daarna verbazing over ons uiterlijk. Wat zijn jullie al bruin.
Hij spoedde zich na een half uurtje weer naar z’n werk. Wij gingen op de vermaaktoer met de kids. Na een lange wandeling en een videofilmpje voor het eten zaten we ’s avonds rozig aan tafel voor het eten. Of opa limonade in z’n glas had vroeg op een gegeven moment z’n kleindochter.
Ik legde uit dat het wel op limonade leek maar dat niet was. “Opa drinkt een glaasje wijn en dat lust jij niet.” Hoewel op zo’n uitleg meestal de vraag ‘waarom’ volgt nam ze er dit keer genoegen mee.
De volgende vraag bleek wat gecompliceerder te zijn.
Opa, wanneer ga jij dood?
Ik probeerde het met, oh, voorlopig nog niet maar er bleek een kleine Femke Halsema in haar gevaren te zijn.
“Wij willen graag een exacte datum, meneer de voorzitter.”
Pogingen van oma om te bemiddelen waren vergeefs. Er moest een getal komen en ik noemde een termijn van honderd jaar.
Ze was er met haar bijna vier jaar tevreden mee maar ik bleek met dit bod m’n hand bij haar broer van zeven overspeeld te hebben.
Honderd jaar? Dat kon natuurlijk helemaal niet. Maar uiteindelijk kwam hij toch met een oplossing. Er was gewoon iets mis met de vraagstelling. Je weet namelijk niet wanneer je dood gaat. En opa kon dat dus ook niet weten.
En de kamervoorzitster redde me voor verdere vragen over dit onderwerp met de aankondiging dat het tijd was voor het toetje.
Nog even niet dus. Gered door het toetje.