37. Beetje saai
“Weet je dat ik me er gewoon bij zat te vervelen,” betoogde ome Bram tegen haagse Karel, die zich vanwege het warme weer in een soort overjarige bermuda met van die pijpen net over de knieën had gestoken.
“Breek me de bek niet open, jongen,” stemde de handelaar in ongeregelde goederen met de oude bloemenkoopman in. “Halverwege de tweede helft sukkelde ik zelfs even weg en het was dat er helemaal niks anders op de buis was maar anders had m’n Alie me rustig laten slapen en had ze naar een andere zender gezapt.
Hé, zie ik goed wie daar binnenkomt. Dat lijkt Gajus wel, sterker nog, dat is Gajus. Die hebben we hier een tijd niet gezien. Hé, ouwe VUTTER, hoe gaat het met je? Als ik naar die bolling onder je hemd kijk heb jij het veel te goed, jochie. Het lijkt verdorie wel of je d’r een bal onder verstopt hebt, man. Enne, moet jij niet naar de open dag van je kluppie?”
Een logische vraag in de week waarin het puikje van voetballend Ranjaland de elftallen voor het nieuwe seizoen aan de trouwe supporters presenteerde. Maar het wegwerpgebaar waarmee de aangesprokene reageerde sprak boekdelen.
“Voor mij geen open dag meer, heren,” voegde hij daaraan toe. “En trouwens, jullie zitten toch ook hier. Nico, Gijssie, Frans? Moeten de roodwitte vedetten uit de Meer niet even aangeraakt worden? Doe die jongens maar wat te drinken van me, Frits. En mij een Spaatje rood graag, vanwege die bal van Karel.”
Je behoefde nauwelijks insider te zijn om te zien dat er naast het overgewicht van Gajus een nog veel groter probleem was waarmee de vaste bezoekerskern van Amsterdams oudste voetbalcafé, de Ingooi, te kampen had.
En Fransie, de jongste van het gezelschap, zette na een forse teug van de hem aangeboden pils, de toon met de opmerking dat het sfeertje bij de roodwitten hem niet beviel. Beetje tam, beetje ingeslapen.
“Heb je die wedstrijd tegen Zaragozza nog gezien, Gajus,” betrok hij de om zijn kennis gewaardeerde ouwe meester in het gesprek. “Haagse Karel is d’r zelfs bij in slaap gevallen,”
Terwijl alle ogen op hem gericht waren maakte Gajus het voor hem karakteristieke gebaar met z’n wijsvinger langs z’n neus. Een teken voor degenen die hem kenden, dat er een doordacht betoog zou volgen.
“Ik weet precies wat jullie voelen, mensen. Onbehagen. Een onbehagelijk gevoel over het vertoonde spel van onze favoriete club uit de Meer. En het gaat zelfs nog verder, ik maak me bezorgd over Ajax, mensen. Ik maak me oprecht bezorgd. Kijk, vorig seizoen waren er ook al vaak hele perioden dat er eigenlijk weinig te genieten viel tijdens de vele wedstrijden maar in de roes van het succes nam je dat voor lief. Maar van die wedstrijd tegen Zaragozza ben ik echt geschrokken. Dat was van de eerste tot de laatste minuut als kijkspel een aanfluiting. En als ik dan dat tevreden gezicht van Lowie na afloop zie word ik ongerust. Ongerust hoe het met deze instelling zal aflopen in de komende wedstrijden. En er zijn heel wat supporters die er net zo over denken als ik.
Om een daad te stellen heb ik daarom besloten om ondanks de persoonlijke uitnodiging van meneer van Praag weg te blijven van de open dag. Als een signaal voor de club dat er iets gebeuren moet.”
Zwijgend verwerkten de aanwezigen de boodschap en fluisterend bespraken ze daarna het wedstrijdprogramma van de komende weken met de match om de supercup tegen Feijenoord als openingsknaller.
En zelfs de opmerking van haagse Karel over de mogelijkheden van een aantal wedstrijden in de nacompetitie aan het einde van het komende seizoen tegen de FC Den Haag werd serieus genomen.
Gajus