9. Tourflits 3
De aanwezigen in de Ingooi hadden net met instemming kennis genomen van de overwinning van Jesper Skibby toen ome Jaap het volle café betrad.
“Hé, ome Jaap, da’s een tijd geleden. Hoe gaat het ermee, ouwe. En hoe staat het met die voetbalclub van je?”
Uit de vragen, die op de binnenkomer werden afgevuurd, zal duidelijk zijn dat ome Jaap een meer dan middelmatige rol in deze gemeenschap vervulde maar een kleine toelichting kan misschien toch geen kwaad.
Jaap, een middenvijftiger, was na het beëindigen van z’n actieve sportieve loopbaan bij een in die tijd vooraanstaande amateur eerste klasse voetbalvereniging toegetreden tot het actieve kader van die club en dit had uiteindelijk geleid tot een met veel verve uitgevoerd voorzitterschap.
Helaas, na de vette jaren voor de club kwamen er door de vergrijzing van het ledenbestand een serie mindere, en de club was inmiddels afgedaald naar de tweede klasse van de onderbond. Daarnaast was er al een aantal jaren sprake van een mogelijke fusie met een andere noodlijdende vereniging.
“Neem een biertje ome Jaap en ga hier effe lekker zitten want je ziet er moe uit,” sprak ome Bram hem zorgzaam toe. Je kon zien dat deze aandacht Jaap goed deed en nadat hij het hem voorgezette glas in één teug bijna tot op de bodem geleegd had zei hij: “Bram, ik voel me ook zo moe als een hond maar m’n levenswerk is gered en dat houdt me op de been.”
Nieuwsgierig verzamelden zich nog een paar aanwezigen om z’n zitplaats. Opmerkingen als: “Wat bedoel je ome Jaap, blijft je cluppie bestaan?” en “Hoe staat het met de fusie?” vlogen door de lucht.
Maar er was een tweede glas van meneer Heineken nodig om de oer-verenigingsman tot praten te dwingen. “M’n levenswerk is gered?” zei hij nog een keer schor. “En ik blijf in het bestuur van de nieuwe vereniging.”
De felicitaties bij deze heugelijke mededeling vlogen natuurlijk door de lucht en toen Nico er een rondje van de zaak overheen gooide kon de stemming niet meer kapot. En ome Jaap was het triomferend middelpunt.
“De fusie met ADW is er definitief door,” vertelde hij. “En van de gemeente krijgen we startsubsidie van 50.000 guldentjes omdat er twee velden beschikbaar komen voor de bouw van woningen voor asielzoekers.”
Natuurlijk wist haagse Karel nog wel een leuk amateurtje te koop voor dat bedrag maar hij werd weggehoond.
“Onder welke naam gaan jullie spelen, Jaap?” wilde één van de anderen weten. En dat bleek HEW te zijn.
“Da’s de afkorting van Heen En Weer”, deelde Ome Jaap onder gelach van de aanwezigen mee. “En in de oprichtingsvergadering ben ik tot Algemeen Penningmeester benoemd.”
Daar werd iedereen even stil van. “Jeetje, ome Jaap,” meende een toevallige passant te moeten opmerken. “Wat een verantwoording maar je was altijd al goed in het uitgeven, hè?”
De aangesprokene wierp even een smerige blik in de richting van de grappenmaker en pakte hem daarna met instemming van de anderen vakkundig in.
“Kijk vreemdeling, toevallig is dat penningmeesterschap wel wat meer dan alleen maar uitgeven. En de boeken bijhouden en de contributie innen. Wat denk jij van de budgettering. Ach, ik zie het al. Je weet geeneens wat dat is. Jij hebt geen idee wat dat betekent heer. Avond aan avond overleggen en als je dan na veel gezwoeg de zaak voor elkaar hebt krijg je het nog eens terug van de Gemeentelijke Dienst voor Financiën en Sportzaken. De heren zijn het niet eens met een aantal posten. Of we dat maar willen overdoen en voor 15 augustus opnieuw bij ze willen deponeren.”
En zuchtend proefde hij van het borreltje dat Nico bij z’n pils had laten zetten om vervolgens verder te gaan: “Maar met wat schuiven van diverse postjes kom ik er wel uit. Toevallig is deze jongen met het grootboek opgegroeid. Maar nou effe wat anders, hoe is het eigenlijk met de Tour? Zijn ze al begonnen?”
En toen ie begreep waarom iedereen bij deze vraag zo in lachen was uitgebarsten zei hij verontschuldigend: “Ach ja, weet ik veel. Na Woutje Wagtmans ben ik ook eigenlijk gestopt om het te volgen.”
Ja, ja. Je maakt toch wat mee in de hedendaagse sportwereld.