11. Tourflits 4
“Wat denk je Gajus? Krijgen we vandaag de machtsgreep van Breukink?”
Een beetje knorrig vanwege het miezerige weer richtte de oude meester z’n vizier op de vraagsteller. En niet alleen hij want ondanks het nog vrij vroege tijdstip zaten alle vaste bezoekers van de Ingooi al op hun vaste stek aan de koffie.
Het antwoord van Gajus bleef natuurlijk niet uit.
“Jonge, jonge, jonge, Gijssie. Meen je dat nou of probeer je me te dollen? Machtsgreep van Breukink, die man mag blij zijn als ie ’t tempo omhoog kan bijbenen. Weet je wat ’t is, jongen, die Breukink is een volger. Net zoiets als Zoetemelk in z’n tijd. Die kon op z’n best in het wiel van Merx blijven maar meer ook niet.”
“Jaaah, volgens mij heeft Gajus daarin gelijk,” mengde ome Bram zich nu in het gesprek. “Eric is een goeie volger, een achtervolger zogezeid. Maar geen echte berggeit. Eigenlijk hebben we d’r daar maar eentje van gehad. Die Limburger, hoe heette die nou ook al weer?”
Op de hoofden van de ingooibezoekers verschenen diepe denkrimpels.
“Bedoel je Woutje Wagtmans misschien?” zette Nico in.
Dat bleek dus niet helemaal juist maar het ging wel om een renner uit die tijd.
“Maar dat moet jij toch weten, Gajus?” ging ome Bram verder. “Het was in de tijd van de Pel en hun ploeg werd gesponsord door die fietsenfabriek waar je toen werkte.”
Dat wekte even verbazing bij de stamgasten. “Fietsenfabriek? Werk jij bij een fietsenfabriek, Gajus? Kan je me dan niet aan een mooi karretje voor m’n vrouw helpen? Je krijgt vast wel korting.”
Even dreigde het gesprek uit de hand te lopen maar met een gebiedend handgebaar dwong Gajus stilte af voor z’n repliek.
“Bram, ome Bram mag ik wel zeggen. Je haalt de boel weer helemaal door elkaar. Luistert, ik zal het jou en de rest van die druiloren hier nou nog één keer uitleggen. In de eerste plaats, die vaderlandse berggeit van toen was Jan Nolte. Nee, Gijssie, hou je mond. Ik heb ’t over ongeveer 35 jaar geleden en toen liep jij nog te tollen in korte broek. Die fietsenfabriek was de Simplexfabriek in Amsterdam en die waren samengegaan met de Locomotief, ook een bekend fietsenmerk in die tijd. En beste Bram, degene die daar werkte was niet ik maar m’n oudere broer.”
Even was het stil waarna ome Bram met een “Verrek, je heb gelijk, dat was je broer,” het gesprek weer op gang bracht.
“Kan je je nog herinneren dat de tour toen een keer in Amsterdam gestart is, Gajus? En dat verhaal van je broer dat die ploeg van Pellenaars een bezoek bracht aan die fietsenfabriek waar ie werkte. En dat Wagtmans en van Est d’r toen bijna met een paar grietjes van het kantoor vandoor gingen. En dat ……”.
En het ene na het andere verhaal uit de vijftiger jaren werd vervolgens opgediept en toen Nico vanwege het kouwe weer vervolgens een konjakkie bij de koffie uitschonk waren ze helemaal niet meer te stoppen.
Ja, d’r gaat toch maar niks boven een tourflits uit de oude doos, toch?