18 dec 1993

20. Happy days

0 Reacties

“It’s a hap, hap, happy day, toe de loe de loe de loe de loe de lee, tarata, pôpôrôpô, it’s wunderfull day voor twee.”
“Goeie morgen, Gajus,” verwelkomde Frits, uitbater van de Ingooi, de zingend binnenkomende meester. “Wat is er met je aan de hand, heer. Een goed weekend gehad, iets gewonnen in de voetbalpool wellicht?”

“Life is a wunderfull thing, ..,” zong de binnenkomer nog even verder om zich na het beantwoorden van de begroeting glimmend aan de bar te plaatsen.
“Wat doe je uitbundig, oudste? Heb je soms voor kerstman gespeeld?” informeerde de wat gemelijk kijkende haagse Karel en ome Bram verwonderde zich er hoofdschuddend over dat die Gajus, die verleden week nog meters diep in de put zat, nu in de gedaante van een soort stralende Phoenix was teruggekeerd.
Een beetje verbaasd keek de groep rondom Gajus ome Bram aan.
“Phoenix? Wat is dat nou weer ome Bram. Een nieuwe voetbalvereniging misschien?”
Maar Gajus bespaarde de ouwe bloemenman de uitleg en liet het groepje delen in z’n vreugde.
“Alle goeie dingen bestaan toch uit drieën, nou dit weekend zijn niet alleen mij maar ook jullie drie goeie dingen overkomen.”
“Bedoel je misschien dat Pronk blijft, en niet naar New York vertrekt?” zette Fransie, die bezig was met een studie politicologie aan de UVA, voorzichtig in.
“Nee, nee, nee, nee, nee,” gaf Gajus een beetje ongeduldig te kennen. “Hoe vaak heb ik je nou al gezegd dat we pas over politiek praten als al het andere gezegd is, Fransie. Maar voor de eerste en enige keer ben je wel warm want één van die goeie dingen heeft inderdaad iets met ontwikkelingshulp te maken. Ik zal het dan maar zeggen. Jan Wouters gaat naar PSV.”
“Noem je dat ontwikkelingshulp,” schamperde Nico. “Dat’s geld in een bodemloze put gooien, jongen. En die Wouters begrijp ik ook niet. Heb je nog meer van dat leuks?”
“M’n tweede punt,” zei Gajus allerminst aangeslagen. “M’n tweede punt is de loting voor de WK.”
Daar kon de rest zich gelukkig goed in vinden. Ome Bram haalde herinneringen op aan Nederland tegen België in het verleden en haagse Karel wist te vertellen over de record omzet die hij ooit nog eens met oranje strikjes op de Keizerlei had behaald.
“En m’n derde grote blijdschap is dat ze Jopie C. buiten de deur hebben gezet.”
Het laatste punt ontlokte grote discussies tussen de voor- en tegenstanders van de goeroe uit Barcelona. Alle bekende argumenten vlogen over de tafel maar ze kwamen er niet uit tot ome Bram uiteindelijk het verlossende woord sprak.
“Wees nou maar blij dat die druiloor niet mee gaat. Die kan toch alleen nog maar denken in geld. Jullie kennen toch lange Kees van het Wijnvat. Nou, die z’n kleinzoon speelt in de junioortjes van Ajax.”
Even werd ome Bram onderbroken door Gijssie die van mening was dat de kleinzoon van lange Kees al lang niet meer bij Ajax zat maar hij werd door de rest van de aanwezigen tot stilte gemaand.
“Kop houwe, Gijs. Ga verder ome Bram.”
En gevleid door al die belangstelling ging deze verder en vertelde dat hij van Kees had gehoord dat die bewuste kleinzoon met z’n elftal naar Spanje was geweest voor een toernooi bij Barcelona. Ze hadden daar zelfs de finale bereikt en tegen wie was de finale gegaan? Uitgerekend tegen Barcelona.
Maar het verhaal van ome Bram was nog niet afgelopen want wat bleek, tijdens die wedstrijd behoorde meneer C. ook tot de toeschouwers en tijdens de rust had de kleinzoon van Kees de stoute schoenen aangetrokken en had aan diezelfde meneer C. gevraagd of ie niet een keertje bij ‘m mocht trainen.
“Een mooi verhaal, ome Bram,” grinnikte haagse Karel, “Maar ik zie het verband nog niet met de WK. Zie jij misschien al wat licht, Gajus?”
Maar barkeeper Frits kwam tussenbeide. “Laat die ouwe man nou eerst z’n verhaal eens uitvertellen, en klets d’r niet voortdurend tussendoor, stelletje …, Bram, zet dat glas nog effe weg en ga verder.”
Dat gebeurde dus en met een geheimzinnig trek op z’n gezicht gaf deze de aanwezigen te raden wat de reactie van Cruyff was geweest.
“Weet ik veel,” gaf haagse Karel als eerste te kennen. “Misschien heeft ie dat jong een trainingsjekkie gegeven met de naam van z’n sportfirma d’rop.”
En ook de anderen vielen in met veronderstellingen als voetbalschoenen en meer van dat moois.
“Luistert,” hernam ome Bram het woord. “Kees heeft me bezworen dat z’n kleinzoon toen als antwoord kreeg dat dat 15 ruggen per maand kostte en dat ie z’n vader maar moest sturen om een contractje met z’n advocaat op te maken.”
En met een voldaan gezicht zette ome Bram de voor hem neer gezette pils aan de mond om deze vervolgens in een lange teug leeg te drinken.
Even keken z’n toehoorders elkaar aan maar daarna barstte de discussies in verhevigde mate los.
“Zo’n lulverhaal heb ik nog nooit gehoord,” riep Gijssie boven alles uit.
“Laten jullie je toch niks wijs maken. Lange Kees moet eens wat minder proeven van z’n handel.”
“Volgens mij speelt die kleinzoon van ‘m in de Meteoor,” gaf haagse Karel peinzend te kennen.
“Maar ja, met of zonder Jopie, naar Amerika gaan ze en wij gaan mee, toch?”
En onder het genot van het rondje dat ie daarna weggaf zongen ze met z’n allen:
“Het is een hep, hep , heppie dee
Want die Cruyff die gaat niet mee,
Lijf is wunderfoel en we gaan straks fijn
Naar de joe joe joe es éééé”.


[begin]